Betrouwbaarheid van MRI

Wat laat een scan echt zien bij rugpijn?

Een MRI voelt voor veel mensen als dé manier om zekerheid te krijgen over de oorzaak van rugpijn.
Het lijkt logisch: als je pijn hebt, wil je het zien.
Toch is de werkelijkheid minder zwart-wit.
Een MRI laat structuren zien, maar niet wat die structuren doen of voelen.
Dat betekent dat een scan soms afwijkingen toont die geen pijn veroorzaken, of juist normale beelden bij mensen met hevige klachten.

In dit artikel leggen we uit wat de MRI wél en niet laat zien, waarom interpretatie zo belangrijk is, en hoe je voorkomt dat een scan tot verkeerde conclusies leidt.

Wat doet een MRI eigenlijk?

Een MRI (Magnetic Resonance Imaging) maakt gebruik van een sterk magneetveld en radiogolven om beelden te creëren van zachte weefsels zoals spieren, zenuwen en tussenwervelschijven.
Het grote voordeel is dat er geen röntgenstraling aan te pas komt.
Radiologen kunnen daarmee subtiele details zien die op gewone foto’s niet zichtbaar zijn.

Toch toont een MRI alleen anatomie: de vorm, structuur en dichtheid van weefsel.
Wat je niet ziet, is hoe dat weefsel functioneert, hoe het beweegt of hoe gevoelig het is.
Daarom is beeldvorming slechts één puzzelstuk van het totaalplaatje.

Hoe betrouwbaar is een MRI bij rugklachten?

Onderzoek toont dat MRI’s bij rugpijn in ongeveer 85 procent van de gevallen géén duidelijke oorzaak aanwijzen die de pijn volledig verklaart.
Bovendien worden bij veel gezonde mensen afwijkingen gevonden, zoals:

  • uitpuilende tussenwervelschijven (protrusies)
  • slijtage of uitdroging van de discus
  • kleine hernia’s
  • artrose van de facetgewrichten

Deze bevindingen komen ook veel voor bij mensen zonder klachten.
Een MRI is dus betrouwbaar in wat hij ziet, maar niet altijd in wat het betekent.

De valkuil van “overdiagnose”

Wanneer iemand hoort dat de scan “afwijkingen” laat zien, ontstaat vaak onnodige zorg.
Veel patiënten denken dat elke verandering een probleem is.
Toch is dat niet waar.
De wervelkolom verandert bij iedereen naarmate we ouder worden.
Dat hoort bij het leven, net zoals rimpels bij de huid.

Overdiagnose betekent dat iets als afwijking wordt benoemd, terwijl het geen ziekte is.
Dat kan leiden tot onnodige angst, extra onderzoeken of zelfs operaties die niet nodig zijn.
De beste aanpak is dus niet altijd méér beeldvorming, maar betere interpretatie.

Vergelijking tussen scan en werkelijkheid

Een bekend onderzoek uit 2015 toonde dat radiologen bij dezelfde MRI van één persoon soms verschillende conclusies trokken.
De beoordeling van bijvoorbeeld een hernia of degeneratie is deels subjectief.
Daarom worden MRI’s idealiter beoordeeld in samenhang met de klinische bevindingen van een therapeut.

Zelfs bij herhaling van een MRI bij dezelfde patiënt, kunnen kleine verschillen in houding of vochtgehalte andere beelden geven.
Dat betekent niet dat het erger of beter is geworden, maar dat beeldvorming een momentopname is.

De kracht van klinisch onderzoek

Bij MoveWell gebruiken we MRI’s nooit als losstaand bewijs, maar als ondersteuning van het klinisch onderzoek.
Een ervaren chiropractor of fysiotherapeut kijkt naar houding, beweging, spierspanning, zenuwgeleiding en pijnreacties.
Zo ontstaat een compleet beeld van de functionele situatie.

Pas wanneer het klachtenpatroon overeenkomt met wat de MRI laat zien, spreken we van een relevante bevinding.
Die combinatie van beeld en kliniek bepaalt of behandeling nodig is en welke aanpak het meest effectief is.

Waarom pijn niet altijd zichtbaar is op MRI

Pijn is een ervaring die ontstaat in het zenuwstelsel, niet in de afbeelding.
Bij nociplastische of centrale pijn is er geen structurele schade, maar is het zenuwstelsel overgevoelig geworden.
Dat verklaart waarom mensen met hevige pijn soms een “schone” MRI hebben.

Omgekeerd kan een scan vol slijtage of hernia’s er angstaanjagend uitzien,
terwijl iemand volledig pijnvrij is omdat het zenuwstelsel zich goed heeft aangepast.

Daarom zeggen wij vaak: Een MRI laat zien wat er is, niet wat je voelt.

Wanneer is een MRI wél nuttig?

Er zijn situaties waarin beeldvorming absoluut zinvol is.
Bijvoorbeeld:

  • duidelijke zenuwuitval of verlamming
  • verdenking op infectie of tumor
  • trauma (zoals een val of ongeval)
  • verdenking op fractuur of ernstige ontsteking

In deze gevallen helpt de MRI om ernstige aandoeningen uit te sluiten of te bevestigen.
Voor de meeste rug- en nekklachten is echter eerst een goed lichamelijk onderzoek belangrijker dan een snelle scan.

De rol van second opinions

Soms is het waardevol om een tweede interpretatie van een MRI te vragen, zeker wanneer de klachten niet overeenkomen met de conclusie.
Een second opinion kan bevestigen of de bevindingen werkelijk relevant zijn.
Bij MoveWell werken we samen met gespecialiseerde musculoskeletale radiologen om complexe beelden te beoordelen.
Dat voorkomt verkeerde aannames en onnodige zorgen.

Hoe vaak moet je een MRI herhalen?

Een herhaalde MRI is zelden nodig, tenzij er sprake is van een nieuw trauma, operatie of duidelijke verslechtering van symptomen.
De meeste structurele veranderingen verlopen langzaam.
Behandelingen worden daarom beter geëvalueerd op basis van functie, kracht en pijn, niet op basis van nieuwe scans.

De beste “follow-up” is beweging: als het lichaam beter functioneert, dan is dat het échte bewijs van herstel.

Beeldvorming in perspectief

Een MRI is een waardevol hulpmiddel, maar geen diagnose op zichzelf.
Het is een foto van de anatomie, niet van het functioneren van het lichaam.
De interpretatie moet altijd gebeuren in context: de klachten, het bewegingspatroon, de leeftijd en de algehele gezondheid.

Bij MoveWell gebruiken we beeldvorming om het verhaal te begrijpen, niet om het te bepalen.
Zo houden we zorg persoonlijk, nuchter en effectief.

Conclusie

Een MRI is betrouwbaar in wat hij laat zien, maar niet in wat hij verklaart.
Afwijkingen op beeld zijn vaak onderdeel van natuurlijke veroudering.
Het echte herstel begint niet op de scan, maar in het bewegen, trainen en begrijpen van je lichaam.

Een goede therapeut leert je niet alleen wat er op de foto staat, maar vooral wat je ermee kunt doen.

Welke specialisten kunnen u met bij acute of chronische pijn helpen?

Jarco Schol

Chiropractor

Tijn Kooren

Chiropractor

Desiree Griesel

Chiropractor

Sten Hofstad

Chiropractor

Veelgestelde vragen (FAQ)

  1. Kan ik een hernia hebben zonder pijn?
    Ja, dat komt vaak voor. Een hernia op MRI betekent niet automatisch zenuwdruk of klachten.
  2. Waarom zie je mijn pijn niet op de scan?
    Omdat pijn niet in de structuur zit, maar in de verwerking door het zenuwstelsel.
  3. Hoe vaak komt een foutieve interpretatie van MRI voor?
    Studies tonen dat bij herbeoordeling van dezelfde MRI radiologen in 20 tot 30 procent van de gevallen andere termen gebruiken.
  4. Heeft het zin om elk jaar een nieuwe MRI te maken?
    Nee. Alleen bij duidelijke veranderingen in klachten of na trauma is dat nuttig.
  5. Wat is belangrijker: scan of klinisch onderzoek?
    Klinisch onderzoek. De scan ondersteunt, maar vervangt het onderzoek nooit.
  6. Kan chiropractie helpen als de MRI niets laat zien?
    Ja. Chiropractie richt zich op functie en beweeglijkheid, niet op de afbeelding zelf. Veel pijnklachten komen voort uit verstoring van beweging, niet uit schade