Core-stabiliteit betekent het vermogen van het lichaam om het midden van de romp stabiel te houden tijdens beweging.
De spieren werken hierbij samen om de wervelkolom te beschermen tegen overbelasting.
Er zijn drie spierlagen die samen deze stabiliteit waarborgen:
- Diepe stabilisatoren – zoals de dwarse buikspier (transversus abdominis) en de multifidus in de rug.
- Middelste laag – waaronder de schuine buikspieren en de bekkenbodem.
- Oppervlakkige laag – de zichtbare spieren zoals de rechte buikspier (rectus abdominis).
De diepe spieren zorgen niet voor grote kracht, maar voor controle.
Ze activeren nog vóórdat je een beweging maakt – een soort automatisch beveiligingssysteem.
Wanneer dat systeem niet goed functioneert, wordt de wervelkolom kwetsbaar.





