Wanneer iemand pijn ervaart, lichten specifieke gebieden in de hersenen op: de insula, de anterior cingulate cortex, de thalamus en de somatosensorische schors.
Samen vormen ze wat neurowetenschappers het “pijnnetwerk” noemen.
Dat netwerk verwerkt niet alleen fysieke prikkels, maar ook emoties, herinneringen en verwachtingen.
Bij langdurige pijn blijkt dat netwerk anders te functioneren.
De verbindingen worden sterker, de drempel om te reageren lager.
Het brein raakt als het ware “afgesteld op gevaar”.
Een fMRI laat dan zien dat niet alleen de pijngebieden actief zijn, maar ook hersengebieden die te maken hebben met angst en aandacht.
Pijn wordt niet alleen gevoeld, maar ook verwacht.
Dat verklaart waarom iemand pijn kan ervaren zonder dat er weefselschade is, en waarom geruststelling of begrip soms meer effect heeft dan een injectie of operatie.





